© Pari-daeza

Kruiden in de Tuin, Kruiden in de Keuken

Eigenschappen Kruiden

Bij de inleiding hebben we al een aantal planteigenschappen gehad die van belang zijn bij de keuze welke kruiden je in de tuin of op het balkon wil kweken. winterhardheid; éénjarigen - vaste planten - bladverliezende struiken - groenblijvende struiken; planten uit de gematigde gebieden - subtropische planten - tropische planten. Dan moet je nog rekening houden met de standplaats: zon of half schaduw; droge vochtige of natte bodem; zandige of humusrijke bodem; arme of goed bemestte bodem; de hoogte die de plant bereikt; blijft de plant op één plek of overwoekert hij alles. Ook de gebruikte delen van de plant verschillen: blad; stengel; bloem; zaad; wortel. Je moet ook goed opletten hoe je de kruiden gebruikt: rauw; op het laatst toegevoegd; meegekookt of gesudderd; veel alle recepten op het internet geven wel aan hoe te gebruiken. En dan natuurlijk de smaak: van simpel tot complex; van “direct aangenaam tot "acquired"; zoet, zout, zuur, bitter, hartig, scherp; maar ja over smaak valt natuurlijk niet te twisten.

Winterhardheid

De meeste keukenkruiden zijn winterhard. Echter de meeste subtropische en alle tropische kruiden zijn niet winterhard. Laurier (de echte, Laurus nobilis ) en citroenverbena ( Lippia citriodora ) zijn net als rozemarijn voorbeelden van overblijvende struiken die niet helemaal winterhard zijn. Ze verdragen matige tot soms zelfs strenge vorst maar zodra de temperatuur verder zakt kunnen ze zo maar het loodje leggen. Niet alleen de temperatuur maar ook de standplaats is van belang (op een zuid-muur verdragen planten meer kou dan op een open plek blootgesteld aan de oostenwind). Kaapse knoflook ( Tulbaghia ) Franse dragon ( Artemisia dracunculus ) en Azteeks zoetkruid (Lippia dulcis) zijn voorbeelden van niet-winterharde vaste planten. De meeste vaste planten zijn gelukkig wel winterhard. De Russische dragon is wel winterhard maar helaas veel minder van smaak dan de Franse. Vrijwel alle citrus soorten zijn niet winterhard en moeten vorstvrij overwinteren.

Standplaats

Vrijwel alle keukenkruiden doen het goed in de volle zon, zeker die van mediterraanse oorsprong. Citroenmelisse , engelwortel , bieslook , peterselie en valeriaan doen het ook goed in de halfschaduw; lieve vrouwe bedstro , longkruid, roomse kervel , munt doen het ook nog in de volle schaduw. De meeste keukenkruiden doen het goed in een doorlatende en relatief droge bodem. Bergamotkruid, citroenmelisse , engelwortel , moeras spirea, munt , peterselie , roomse kervel doen het ook goed op een meer klei-ige bodem. Citroengras , bergamot, engelwortel , moeras spirea, valeriaan en waterkers verdragen zelfs een vochtige bodem. Absint, anijs en bieslook zijn voorbeelden van kruiden die ook op een kalkrijke bodem het goed doen. V.w.b. bemesting is enige voorzichtigheid op zijn plaats. Planten in de volle grond worden niet of zeer matig (op zand) bemest. Weelderige groei gaat vaak ten koste van de smaak. Een compost git kan geen kwaad ,dat verrijkt de bodem met humus zonder al te veel meststoffen. Ook een kalkgift in de winter op zandgrond is aan te bevelen behalve voor zuur-minnende planten zoals achillea , artemisia en tijm . Vorige onderwerp Kruiden Volgende onderwerp
PARI-DAEZA De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof
Pari-daeza
De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof

© Pari-daeza

Kruiden in de Tuin, Kruiden in de Keuken

Eigenschappen Kruiden

Bij de inleiding hebben we al een aantal planteigenschappen gehad die van belang zijn bij de keuze welke kruiden je in de tuin of op het balkon wil kweken. winterhardheid; éénjarigen - vaste planten - bladverliezende struiken - groenblijvende struiken; planten uit de gematigde gebieden - subtropische planten - tropische planten. Dan moet je nog rekening houden met de standplaats: zon of half schaduw; droge vochtige of natte bodem; zandige of humusrijke bodem; arme of goed bemestte bodem; de hoogte die de plant bereikt; blijft de plant op één plek of overwoekert hij alles. Ook de gebruikte delen van de plant verschillen: blad; stengel; bloem; zaad; wortel. Je moet ook goed opletten hoe je de kruiden gebruikt: rauw; op het laatst toegevoegd; meegekookt of gesudderd; veel alle recepten op het internet geven wel aan hoe te gebruiken. En dan natuurlijk de smaak: van simpel tot complex; van “direct aangenaam tot "acquired"; zoet, zout, zuur, bitter, hartig, scherp; maar ja over smaak valt natuurlijk niet te twisten.

Winterhardheid

De meeste keukenkruiden zijn winterhard. Echter de meeste subtropische en alle tropische kruiden zijn niet winterhard. Laurier (de echte, Laurus nobilis ) en citroenverbena ( Lippia citriodora ) zijn net als rozemarijn voorbeelden van overblijvende struiken die niet helemaal winterhard zijn. Ze verdragen matige tot soms zelfs strenge vorst maar zodra de temperatuur verder zakt kunnen ze zo maar het loodje leggen. Niet alleen de temperatuur maar ook de standplaats is van belang (op een zuid- muur verdragen planten meer kou dan op een open plek blootgesteld aan de oostenwind). Kaapse knoflook ( Tulbaghia ) Franse dragon ( Artemisia dracunculus ) en Azteeks zoetkruid (Lippia dulcis) zijn voorbeelden van niet-winterharde vaste planten. De meeste vaste planten zijn gelukkig wel winterhard. De Russische dragon is wel winterhard maar helaas veel minder van smaak dan de Franse. Vrijwel alle citrus soorten zijn niet winterhard en moeten vorstvrij overwinteren.

Standplaats

Vrijwel alle keukenkruiden doen het goed in de volle zon, zeker die van mediterraanse oorsprong. Citroenmelisse , engelwortel , bieslook , peterselie en valeriaan doen het ook goed in de halfschaduw; lieve vrouwe bedstro , longkruid, roomse kervel , munt doen het ook nog in de volle schaduw. De meeste keukenkruiden doen het goed in een doorlatende en relatief droge bodem. Bergamotkruid, citroenmelisse , engelwortel , moeras spirea, munt , peterselie , roomse kervel doen het ook goed op een meer klei-ige bodem. Citroengras , bergamot, engelwortel , moeras spirea, valeriaan en waterkers verdragen zelfs een vochtige bodem. Absint, anijs en bieslook zijn voorbeelden van kruiden die ook op een kalkrijke bodem het goed doen. V.w.b. bemesting is enige voorzichtigheid op zijn plaats. Planten in de volle grond worden niet of zeer matig (op zand) bemest. Weelderige groei gaat vaak ten koste van de smaak. Een compost git kan geen kwaad ,dat verrijkt de bodem met humus zonder al te veel meststoffen. Ook een kalkgift in de winter op zandgrond is aan te bevelen behalve voor zuur-minnende planten zoals achillea , artemisia en tijm . Vorige onderwerp Kruiden Volgende onderwerp
Planten en tuinwerk Planten en tuinwerk