© Pari-daeza

Soort-specifieke snoei

Druif (Vitis vinifera)

Druiven kunnen in allerlei vormen worden opgekweekt onderstaand een aantal vormen: als een struik, of als een vaas met een open centrum, of als een paraplu. Bij tuincentra worden tegenwoordig voor veel geld oude druivenstruiken uit wijngaarden verkocht op een hoge stam. Deze planten kunnen ook als paraplu-vorm worden beschouwd. Deze drie vormen worden onderhouden door middel van de cordonsnoei die onderstaand wordt uitgelegd. De meest gebruikt vormen zijn echter het cordon en de guyot-vorm. Beide namen zijn onlosmakelijk verbonden aan twee totaal verschillende snoeiwijzen voor de druif. Guyot is er in een enkele en dubbele vorm, cordons kunnen horizontaal zijn of verticaal, in het laatste geval spreken we vaak van verticaal snoer. Duiven kunnen op veel manieren worden gesnoeid. Voor de amateur is de de cordonsnoei de eenvoudigste manier. De guyotsnoei wordt veel toegepast door wijnboeren.

Vergelijking guyot-snoei met ‘normale’(=cordon)-snoei

Cordon-snoei Guyot-snoei Vruchten Veel Weinig Kwaliteit vruchten Lager Hoger Snoeiwijze Eenvoudig Ingewikkeld Aantal planten Laag Hoog Tussenruimte Groot Klein Kans op schimmel Hoger Lager Vorstbestendigheid Hoger Lager Voedselreserves Hoger Lager Bewerkelijkheid Lager Hoger

Cordon-snoei

Algemeen:

de druif mag niet gesnoeid worden van jan tot mei om bloeden te voorkomen druiven moeten vrij streng gesnoeid worden om te voorkomen dat een warboel van takken ontstaat bij het opkweken van een jonge plant kan worden gekozen voor een enkel, dubbel of meervoudig cordon o eerst geraamte opkweken, dan pas vruchten o werk aan de lengte en de dikte bij kasdruiven wordt vaak gekozen voor een verticaal snoer o na opkweken verticaal snoer, jaarlijks zijscheuten aanbinden aan horizontale draden o apr-jul: ordenen op 15 cm afstand (scheuten dunnen) o aug: toppen op 2 bladeren boven tros, 1 tros per scheut, scheut zonder tros op 1 blad o sep: na oogst twijgen halveren o dec: kop 3cm, twijgen op 2-4 ogen (stiftsnoei) bij pergola’s wordt vaak gekozen voor een horizontaal cordon o dec: Twijgen op 1cm boven 1 - 4 knoppen terugsnoeien (stiftsnoei) , wordt een vruchtzetel o mei/jun: scheuten toppen op 8 e /9 e blad, per vruchtzetel 1 scheut met 1 tros (evt. 2 e tros verwijderen) aanhouden en 1 scheut zonder tros, overige scheuten verwijderen o jul – sep: alle dieven wegnemen zodra 10 cm lang door stiftsnoei toe te passen, wordt er voor gezorgd dat ieder jaar nieuw scheuten ontstaan waaraan de bloemtrossen verschijnen (de druif bloeit op het ‘nieuwe hout’) o hoe krachtiger een ras groeit, hoe korter de stiften worden gesnoeid: blauwe druiven worden veelal kort gesnoeid op 2 ogen, witte druiven veelal lang op vier ogen, zeer sterk groeiende rassen zoals Gros Colman worden teruggesnoeid tot vlak op het cordon, daardoor lopen één of meer slapende ogen op het cordon bij de vruchtzetel uit

Guyot snoei

Algemeen

De guyot-snoei is er op gericht een minimaal bovengronds deel te hebben met een groeiend ondergronds deel. Hierdoor zal ieder jaar de groei steeds krachtiger worden resulterend in een maximale oogst per struik. Ieder najaar wordt de plant teruggesnoeid op 3 twijgen: 2 twijgen die horizontaal worden gebracht en van waaruit het volgende groeiseizoen de verticale vruchtscheuten zullen ontstaan één korte verticale met slechts 3 ogen waaruit het volgende groeiseizoen 3 nieuwe scheuten zullen groeien om in het najaar het bovenstaande proces te kunnen herhalen. Ieder jaar zal op deze manier de oorsprong van de 3 scheuten iets hoger komen te liggen. Na een aantal jaren kan de stam worden teruggezet om weer laag te kunnen beginnen. Dit is de dubbele guyot-snoei. Bij de enkele guyot-snoei worden slechts 2 scheuten aangehouden: één voor de horizontale twijg t.b.v. de vruchtscheuten en één met twee ogen voor de vernieuwing. De guyot gesnoeide druiven staan in de rij met 2 resp. 1 meter tussenruimte.

Uitvoering guyot-snoei

De druiven worden opgekweekt aan 5 horizontale steundraden, bevestigd aan palen op een hoogte van 40 cm tot 2 m. De bovenste draad wordt dubbel uitgevoerd. De druif wordt bij een steunpaal of tonkinstok geplant en teruggesnoeid tot op 15 cm, op 2 goede ogen. Het volgende jaar wordt de sterkste scheut omhoog geleid langs de boompaal. Aan het einde van het groeiseizoen de plant wederom terugsnoeien op 15 cm als hij onvoldoende (minder dan 1,5-2 meter) is gegroeid (hierdoor wordt het wortelgestel ontwikkeld wat het volgende jaar meer groeikracht oplevert). Bij voldoende groei terugsnoeien op 70 cm en 3 sterke ogen, waarbij de onderste 2 ogen zich ongeveer op de hoogte van de onderste draad bevinden. (Voor enkele guyot terugnemen op 2 sterke ogen) Het jaar daarop de 3 nieuwe scheuten omhoog leiden langs de boompaal. De zijtakken die eventueel verschijnen, worden getopt tot op 2 ogen. Evt. extra scheuten uit de stam geheel wegnemen. Aan het einde van groeiseizoen de bovenste scheut snoeien tot op 3 ogen. De 1 of 2 overige scheuten met een boog leiden aan de onderste draad. Zij worden getopt op 1 meter lengte. Het jaar daarop worden de nieuwe scheuten die op de twee leggers verschijnen recht omhoog geleid. Door de top tussen de dubbel uitgevoerde bovenst draad te brengen behoeven de scheuten niet te worden aangebonden. De scheuten worden getopt op 10 cm. boven de bovenste draad. Binnenin leiden we opnieuw 2 of 3 verticale scheuten op. Alle zijtakken die er aan verschijnen toppen we in tot op 2 ogen. De daarop volgende jaren word de guyot jaarlijks verjongt. Daartoe worden in november/december de 2 horizontale draagtakken, met alle daarop on staande verticale draagtakken, weggenomen. De 2 of 3 verticale scheuten die we eerder gekweekt hebben dienen als vervangers. Snoei de bovenste topscheut terug op 3 ogen. Leid de overige 1 of 2 takken weer met een boog horizontaal en kort ze in op 1 meter lengte. Vermijdt scherpe bochten bij het horizontaal aanbinden, want dit belemmert de sapstroom en resulteert in te zwakke scheuten. N.B.: eerst de 2 leggers neerbuigen, dan pas de bovenste twijg inkorten. Mocht een van de leggers afbreken bij het uitbuigen kan mogelijk de bovenste twijg worden uitgebogen en de afgebroken twijg worden teruggenomen op 3 ogen.
· · ·
PARI-DAEZA De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof
Pari-daeza
De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof

© Pari-daeza

Soort-specifieke snoei

Druif (Vitis vinifera)

Druiven kunnen in allerlei vormen worden opgekweekt onderstaand een aantal vormen: als een struik, of als een vaas met een open centrum, of als een paraplu. Bij tuincentra worden tegenwoordig voor veel geld oude druivenstruiken uit wijngaarden verkocht op een hoge stam. Deze planten kunnen ook als paraplu-vorm worden beschouwd. Deze drie vormen worden onderhouden door middel van de cordonsnoei die onderstaand wordt uitgelegd. De meest gebruikt vormen zijn echter het cordon en de guyot-vorm. Beide namen zijn onlosmakelijk verbonden aan twee totaal verschillende snoeiwijzen voor de druif. Guyot is er in een enkele en dubbele vorm, cordons kunnen horizontaal zijn of verticaal, in het laatste geval spreken we vaak van verticaal snoer. Duiven kunnen op veel manieren worden gesnoeid. Voor de amateur is de de cordonsnoei de eenvoudigste manier. De guyotsnoei wordt veel toegepast door wijnboeren.

Vergelijking guyot-snoei met ‘normale’(=cordon)-snoei

Cordon-snoei Guyot-snoei Vruchten Veel Weinig Kwaliteit vruchten Lager Hoger Snoeiwijze Eenvoudig Ingewikkeld Aantal planten Laag Hoog Tussenruimte Groot Klein Kans op schimmel Hoger Lager Vorstbestendigheid Hoger Lager Voedselreserves Hoger Lager Bewerkelijkheid Lager Hoger

Cordon-snoei

Algemeen:

de druif mag niet gesnoeid worden van jan tot mei om bloeden te voorkomen druiven moeten vrij streng gesnoeid worden om te voorkomen dat een warboel van takken ontstaat bij het opkweken van een jonge plant kan worden gekozen voor een enkel, dubbel of meervoudig cordon o eerst geraamte opkweken, dan pas vruchten o werk aan de lengte en de dikte bij kasdruiven wordt vaak gekozen voor een verticaal snoer o na opkweken verticaal snoer, jaarlijks zijscheuten aanbinden aan horizontale draden o apr-jul: ordenen op 15 cm afstand (scheuten dunnen) o aug: toppen op 2 bladeren boven tros, 1 tros per scheut, scheut zonder tros op 1 blad o sep: na oogst twijgen halveren o dec: kop 3cm, twijgen op 2-4 ogen (stiftsnoei) bij pergola’s wordt vaak gekozen voor een horizontaal cordon o dec: Twijgen op 1cm boven 1 - 4 knoppen terugsnoeien (stiftsnoei) , wordt een vruchtzetel o mei/jun: scheuten toppen op 8 e /9 e blad, per vruchtzetel 1 scheut met 1 tros (evt. 2 e tros verwijderen) aanhouden en 1 scheut zonder tros, overige scheuten verwijderen o jul – sep: alle dieven wegnemen zodra 10 cm lang door stiftsnoei toe te passen, wordt er voor gezorgd dat ieder jaar nieuw scheuten ontstaan waaraan de bloemtrossen verschijnen (de druif bloeit op het ‘nieuwe hout’) o hoe krachtiger een ras groeit, hoe korter de stiften worden gesnoeid: blauwe druiven worden veelal kort gesnoeid op 2 ogen, witte druiven veelal lang op vier ogen, zeer sterk groeiende rassen zoals Gros Colman worden teruggesnoeid tot vlak op het cordon, daardoor lopen één of meer slapende ogen op het cordon bij de vruchtzetel uit

Guyot snoei

Algemeen

De guyot-snoei is er op gericht een minimaal bovengronds deel te hebben met een groeiend ondergronds deel. Hierdoor zal ieder jaar de groei steeds krachtiger worden resulterend in een maximale oogst per struik. Ieder najaar wordt de plant teruggesnoeid op 3 twijgen: 2 twijgen die horizontaal worden gebracht en van waaruit het volgende groeiseizoen de verticale vruchtscheuten zullen ontstaan één korte verticale met slechts 3 ogen waaruit het volgende groeiseizoen 3 nieuwe scheuten zullen groeien om in het najaar het bovenstaande proces te kunnen herhalen. Ieder jaar zal op deze manier de oorsprong van de 3 scheuten iets hoger komen te liggen. Na een aantal jaren kan de stam worden teruggezet om weer laag te kunnen beginnen. Dit is de dubbele guyot-snoei. Bij de enkele guyot-snoei worden slechts 2 scheuten aangehouden: één voor de horizontale twijg t.b.v. de vruchtscheuten en één met twee ogen voor de vernieuwing. De guyot gesnoeide druiven staan in de rij met 2 resp. 1 meter tussenruimte.

Uitvoering guyot-snoei

De druiven worden opgekweekt aan 5 horizontale steundraden, bevestigd aan palen op een hoogte van 40 cm tot 2 m. De bovenste draad wordt dubbel uitgevoerd. De druif wordt bij een steunpaal of tonkinstok geplant en teruggesnoeid tot op 15 cm, op 2 goede ogen. Het volgende jaar wordt de sterkste scheut omhoog geleid langs de boompaal. Aan het einde van het groeiseizoen de plant wederom terugsnoeien op 15 cm als hij onvoldoende (minder dan 1,5-2 meter) is gegroeid (hierdoor wordt het wortelgestel ontwikkeld wat het volgende jaar meer groeikracht oplevert). Bij voldoende groei terugsnoeien op 70 cm en 3 sterke ogen, waarbij de onderste 2 ogen zich ongeveer op de hoogte van de onderste draad bevinden. (Voor enkele guyot terugnemen op 2 sterke ogen) Het jaar daarop de 3 nieuwe scheuten omhoog leiden langs de boompaal. De zijtakken die eventueel verschijnen, worden getopt tot op 2 ogen. Evt. extra scheuten uit de stam geheel wegnemen. Aan het einde van groeiseizoen de bovenste scheut snoeien tot op 3 ogen. De 1 of 2 overige scheuten met een boog leiden aan de onderste draad. Zij worden getopt op 1 meter lengte. Het jaar daarop worden de nieuwe scheuten die op de twee leggers verschijnen recht omhoog geleid. Door de top tussen de dubbel uitgevoerde bovenst draad te brengen behoeven de scheuten niet te worden aangebonden. De scheuten worden getopt op 10 cm. boven de bovenste draad. Binnenin leiden we opnieuw 2 of 3 verticale scheuten op. Alle zijtakken die er aan verschijnen toppen we in tot op 2 ogen. De daarop volgende jaren word de guyot jaarlijks verjongt. Daartoe worden in november/december de 2 horizontale draagtakken, met alle daarop on staande verticale draagtakken, weggenomen. De 2 of 3 verticale scheuten die we eerder gekweekt hebben dienen als vervangers. Snoei de bovenste topscheut terug op 3 ogen. Leid de overige 1 of 2 takken weer met een boog horizontaal en kort ze in op 1 meter lengte. Vermijdt scherpe bochten bij het horizontaal aanbinden, want dit belemmert de sapstroom en resulteert in te zwakke scheuten. N.B.: eerst de 2 leggers neerbuigen, dan pas de bovenste twijg inkorten. Mocht een van de leggers afbreken bij het uitbuigen kan mogelijk de bovenste twijg worden uitgebogen en de afgebroken twijg worden teruggenomen op 3 ogen.
· · ·
Planten en tuinwerk Planten en tuinwerk